
Mijn eiland, mijn vulkaan
Aan een ieder die dit leest vraag ik; vergeet je littekens en vul je vulkaan met positieve herinneringen die er voor ieder van ons ongetwijfeld moeten zijn.
Dit stukje is een belangrijk onderdeel van het idee afscheid te nemen van knellende emoties als, verdriet, woede, wanhoop, pijn en wroeging, uit het verleden en heden. Met als doel in vrijheid te kunnen leven. Ik leer de energie van bovenstaande emoties te transformeren naar positieve energie. Floris gaf me het voorbeeld en Thich reikte mij de mij de manier hoe dit te bereiken.

Een sprookje uit India
De Boeddha en de bedelaar.
Lang geleden woonde er in een stad een bedelaar. De stad had een open rioolstelsel, waarover bruggen en bruggetjes gemaakt waren. Als het niet regende, de zonnestralen snel het water en pis verdampten verandereden de open riolen al snel in stinkende putten waarvan de inhoud gebruikt werd als bouwmateriaal. Onder één van de bruggen woonde in een zelf gegraven nis (holte) een bedelaar. Overdag ging hij op pad om zijn kostje bij elkaar te scharrelen. Soms werd hij weggejaagd, bijna iedere avond kwam hij terug en verdween in “zijn hol”. Soms als hij gegeten had, en er iets over was, verstopte hij dit achter zijn slaapplaats, op een vast plekje.

Know Thyself: De Ontmoeting
De ontmoeting
Laatst had ik een ontmoeting, in de badkamer. Er keek iemand mij aan.
“Hallo, wat is je naam, wie ben jij?”
Er was herkenning, en ik stak mijn hand uit.
Hij ook. We keken elkaar aan en er was direct contact.
Soms kom je iemand tegen en dan denk je; Die ken ik.
Meestal loop ik niet naar die persoon om te onderzoeken
Waar die herkenning vandaan komt.
In dit geval was de ontmoeting niet te vermijden.
“Mijn naam is Peter. Hoe heet jij?”
“Dat is ook toevallig, Zo heet ik ook.”
“Wie ben je” vroeg hij.


Van het gas af: Hoe word ik mezelf?
Toen ik mijn lichaam was gaan zien als het vervoermiddel waarmee ik me door het leven verplaats, werd het gemakkelijker mezelf te begrijpen en hopelijk ook om dit aan anderen over te brengen. Dat laatste niet noodzakelijk, maar wel prettig.
S ’Avonds in bed, vlak voor het in slaap vallen, gaat mijn voet van het gas. Zonder te remmen rolt mijn lichaam langzaam uit en komt tot stilstand. Dan verkeer ik even in een staat van inter-zijn. Op die momenten krijg ik creatieve ideeën en verhalen die mij wegvoeren van alles wat moet en hoort. “De Mythe van normaal” noemt Gabor Maté dit. Dan vallen mijn hersenen en denken langzaam stil.